- Delen op Facebook
- Delen op Twitter
dit jaar voelde ik me een beetje wiebelig in mijn roeping. Ik ben gewoon blijven doen waar ik in het verleden zeker van was dat ik mijn tijd en energie aan moest geven, maar soms voelt het alsof ik aan een klein touwtje van onzekerheid zou trekken, de hele structuur van mijn leven zou kunnen ontrafelen. Er zijn een aantal dingen die ik zeker weet: Ik word een leerling van Christus, een attente vrouw, een geëngageerde moeder en, natuurlijk, die maaltijden zullen zichzelf niet koken. Maar het is een vraag die me irriteert: doe ik echt wat God wil dat ik doe?
die vraag omvat alle andere die pop en fizz binnen …
….zoals wanneer iemand me vertelt hoe God hen leidt en ik vraag me af of ik dat echt geweldig ding ook moet doen.
….of als ik moe ben van de eentonigheid van het doen van vrijwel dezelfde dingen die ik al acht jaar doe en ik te lang blijf stilstaan bij, ” waarvoor?”en” wat maakt het eigenlijk uit?”
… of als Ik worstel om Gods stem te horen en me afvraag of ik hem op de een of andere manier mis.
ik heb keer op keer gebeden voor duidelijkheid van de Heer, maar hij moet duidelijk door veel heen waden om tot mij te spreken, niet de minste daarvan is mijn gebrek aan mijn geloof en mijn gebrek aan vertrouwen.De waarheid is dat ik meer dan duidelijk ben waar ik door hem geroepen word om mijn tijd en energie te geven, maar mijn vertrouwen wordt te vaak geschud omdat ik naar de verkeerde dingen kijk om die roeping te bevestigen.
ik denk dat we dit allemaal tot op zekere hoogte doen. We hebben gekke ideeën over hoe God ‘ s roeping op ons leven eruit zal zien of voelen, dus uiteindelijk lopen we door het leven met angst en angst in plaats van vrijmoedigheid, op zoek naar de verkeerde dingen voor ons vertrouwen. Wat zijn de dingen waar we naar kijken voor ons vertrouwen in plaats van naar de Heer te kijken?
we kijken naar anderen voor een gevoel van vertrouwen in onze roeping. Dit is zo gevaarlijk om zoveel redenen, maar de belangrijkste onder hen is dat ieder van ons kijken naar elkaar een homogene kerk creëert. We beginnen te geloven dat we in een mal moeten passen of onze roeping is niet geldig. We zijn bang om anders te zijn of verkeerd begrepen of zelfs beoordeeld te worden. Onze angst voor mensen is veel groter dan onze angst voor de Heer. Dit is niet alleen afgoderij, maar het belemmert ons ook van de vreugde om achter Gods leiderschap te lopen.
we kijken naar onze omstandigheden. We leven door zicht in plaats van door geloof. Als we niet meteen resultaten krijgen of als mensen ons niet op de rug kloppen of als het moeilijk of eentonig wordt, denken we dat we hebben gemist hoe God ons leidt om onze gaven te gebruiken.
we kijken naar degenen die vertrouwen hebben in hun roeping. We draaien naar links en naar rechts en zien andere mensen moedig hun gaven gebruiken en denken dat ze nooit omgaan met onzekerheid of tegenslagen of kritiek. Het zou makkelijker zijn om hen te zijn en hun roeping te hebben. Als gevolg daarvan geloven we dat ofwel God oneerlijk is of dat we ontoereikend zijn voor God om ons te gebruiken, of een combinatie van de twee.
ik predik voor het koor hier, vrienden. Dit is wat ik zelf doe.
2 Korintiërs 3 vertelt ons waar we ons vertrouwen kunnen vinden:
“nu zij dank aan God die ons altijd leidt in triomf in Christus, en door ons verspreidt de geur van zijn kennis in alle plaatsen. Want wij zijn voor God de geur van Christus onder hen die gered worden en onder hen die vergaan….En wie is voldoende voor deze dingen?”
Paul gaat verder met te zeggen dat hij niets hoeft op te trommelen om zichzelf er goed uit te laten zien. Hij hoeft zich aan niemand te bewijzen. Hij vergelijkt zichzelf met niemand anders. In plaats daarvan zegt hij dit:
“en we hebben zo’ n vertrouwen door Christus in God. Niet dat we voldoende van onszelf zijn om iets van onszelf te denken, maar onze toereikendheid is van God, die ons ook voldoende heeft gemaakt als ministers… ”
wat mij hier opvalt is dat vertrouwen komt met de wetenschap dat God de primaire actor is.
God leidt ons in triomf. Hij brengt ons waar hij wil dat we gaan. (Dit is goed nieuws voor degenen die nog steeds proberen om Gods roeping op hun leven te onderscheiden.)
God verspreidt een prachtige geur door ons als we gaan.
God maakt ons voldoende voor waar hij ons brengt. Hij maakt van ons moedige ministers.
Ik wil zo graag de Heer behagen, maar ik vertrouw er niet zo gemakkelijk op dat hij mij zal leiden. Ik heb de neiging te geloven dat hij meer een evaluator is dan een goede Herder. Soms vertrouw ik hem wel, maar ik kijk naar hem voor een levenloze formule—doe dit, doe dat niet—in plaats van te geloven dat hem volgen meer is als een vreugdevolle triomftocht of het verspreiden van een aantrekkelijke geur. In mijn gedachten is het allemaal somberheid en verdoemenis als ik het niet goed doe. In Gods Geest is het al juist vanwege Christus. Ik denk dat onze roeping vooral gaat over het genieten en overbrengen van de Triomf en de schoonheid dan is het een maffe formule. Behalve hem afwijzen, kan ik dat niet verpesten.
praten over een booster van vertrouwen.
- Delen op Facebook
- Delen op Twitter