in Januari 1553 werd Eduard ziek met koorts, progressieve zwakte en kortademigheid. Hij werd verontrust door een aanhoudende hoest van groen-geel en zwart bloed bevlekt sputum. Zijn benen zwollen zo hard op dat hij op zijn rug moest liggen. Hij werd steeds erger en stierf in Juli 1553. Bij de autopsie werden twee grote “verrotte zweren” gevonden in zijn longen. Zijn artsen verklaarden dat hij was gestorven aan tuberculose, een diagnose die werd bevestigd door het feit dat hij in contact zou zijn geweest met verschillende familieleden die waarschijnlijk zo getroffen waren, waaronder zijn grootvader Hendrik VII, zijn oom van vaderszijde prins Arthur, en ook zijn halfbroer, de hertog van Richmond. Er is ook gesuggereerd dat zijn eerdere ziekte, die mazelen kunnen zijn geweest, zijn natuurlijke immuniteit voor ziekte had onderdrukt, een feit dat goed beschreven in de medische literatuur. Andere historici hebben echter gesuggereerd dat de eerste ziekte longontsteking was en dat hij hieruit een longabces ontwikkelde dat tot bloedvergiftiging en nierfalen leidde.

Edward Edward VI Edward VI

Prins Edward, later koning Edward VI van Engeland, ca. 1538
Hans Holbein
olie en tempera op eik
22,4 “x 17,3”
The National Gallery of Art

Edward VI van Engeland, ca. 1546
toegeschreven aan William Scrots
olieverf op paneel

42,2″ x 32.3 ”
de koninklijke collectie

Koning Edward VI, ca. 1546
atelier van William Scrots
olieverf op paneel
18 5/8 “x 11”
National Portrait Gallery

het schilderij van Prins Edward at age one (1538) bevindt zich in de National Gallery in Washington en is het werk van de in Duitsland geboren Holbein de jongere (1497-1543). Holbein ging op 29-jarige leeftijd voor het eerst naar Engeland en vestigde al snel een internationale reputatie als portretschilder. Hij werd de exclusieve hofportretschilder van koning Hendrik VIII, waarbij hij onder meer portretten schilderde van potentiële bruiden voor de koning. Hij behield zijn positie tot aan zijn dood in 1543.

het portret van Edward bij zijn kroning (ca. 1546) is afgeleid van die in de National Portrait Gallery, Londen, en is toegeschreven aan de Nederlandse maniëristische kunstenaar William Scrots, die in 1546 Hans Holbein volgde als koninklijke schilder aan Henry VIII, met een salaris van meer dan twee keer zoveel als Holbein ‘ s dertig pond per jaar. Scrots bleef in deze positie tijdens de regering van Eduard VI, na wiens dood zijn salaris werd gestopt en er wordt aangenomen dat hij Engeland verliet, maar er is niets anders bekend over zijn latere leven.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.